Post-Vaccinaal Syndroom

Polio

De ziekte

Polio is een virale ziekte die zich in de keel en de darmen ontwikkelt. De aandoening wordt door spreekseldruppeljes, door ontlasting of met uitwerpselen besmet voedsel of door besmet water overgedragen. Slechts zelden, in 0,1% van de gevallen, gaat dit gepaard met neurologische complicaties. Dat verklaart waarom voor de invoering van het poliovaccin het merendeel van de kinderen beschermd was zonder ooit ziekte symptomen gehad te hebben. In zeldzame gevallen dringt het virus in het ruggenmerg door en ontstaan er verlammingen en gevoelsverlies. Na enkele dagen geneest de ziekte weer soms met achterlating van min of meer ernstige verlammingen. In zeldzame gevallen kunnen ook de ademhalingsspieren aangedaan worden en moet iemand levenslang beademd worden. In 5% van de gevallen krijgen kinderen een buikgriep met koorts, hoofdpijn, misselijkheid en braken. De ziekte komt vaker voor bij kinderen waarvan de keelamandelen verwijderd zijn en kan tevens uitgelokt worden door intramusculaire injecties, antiparasitaire medicijnen en het difterie-tetanus-kinkhoest vaccin.2

Er bestaan drie types polio, type 1, 2 en 3, die alle drie in het vaccin voorkomen. De laatste poliogevallen in Nederland (1992) waren van het type 3.

Het vaccin

Voor polio zijn er tweede verschillende vaccins, het Sabin-vaccin met levend virus dat via de mond (oraal) toegediend wordt en het Salk-vaccin met gedood virus dat gespoten wordt. In Nederland wordt vrijwel altijd het Salk-vaccin in het gecombineerde DKTP-vaccin toegediend. Het Sabin-vaccin heeft het voordeel dat het de verspreiding van polio wel tegengaat, terwijl het Salk-vaccin dat nagenoeg niet doet. Het in Nederland gebruikte vaccin beschermt dus wel het geënte individu tegen het ontwikkelen van de ernstige vorm van de ziekte, maar voorkomt niet de verspreiding van het virus. Waarom wordt dan het orale vaccin niet wereldwijd gebruikt? Het nadeel van het orale (Sabin) vaccin is dat het poliovirus dat gegeven wordt weer actief kan worden en via uitwerpselen - besmet zwemwater, e.d. andere kinderen of volwassenen kan besmetten, waardoor polio juist in stand gehouden wordt. Dat heeft in ontwikkelingslanden het voordeel dat je niet de hele bevolking hoeft te vaccineren en de rest vanzelf besmet word. De laatste 15 jaar zijn in de Verenigde Staten alleen nog maar poliogevallen geconstateerd die door het poliovaccin zelf veroorzaakt werden (170 gevallen). Zo werden tussen 1980 en 1992 in de US 118 van deze VAPP-gevallen (Vaccine Associated Paralitic Polio) gemeld bij 66 gevaccineerden en 52 contacten met gevaccineerden. Verlamming trad op bij 28 (24%) immuno-deficienten, maar ook bij 90 (76%) immunocompetenten.5 Ook bij de laatste epidemie in de Dominicaanse Republiek in 2000 met 19 polio gevallen met acute verlamming, werd in 97% aangetoond dat het orale poliovaccin de veroorzaker was. De meeste landen gaan daarom nu over op het gespoten Salk-vaccin. Het poliovaccin beschermt in 95%, terwijl 5% onbeschermd blijven ondanks de herhaalde vaccinaties.

Bijwerkingen

Tussen 1954 en 1963 zijn enkele honderden miljoenen mensen besmet met het apenvirus, SEV 40, dat later aanwezig bleek te zijn in het pokken en in het polio vaccin. Ditzelfde virus werd later in een groot aantal hersentumoren teruggevonden.6 Uit een onderzoek van Heinonen in 1973 onder 58.807 vrouwen bleken bij kinderen van tijdens de zwangerschap tegen polio (Salk) geënte vrouwen 13x meer hersentumoren voor te komen dan bij kinderen van niet gevaccineerde vrouwen.7 Later bleek dat het SEV 40 virus ook verantwoordelijk was voor het uitbreken van AIDS.  Verschillende virussen (pokken, polio, mazelen, rode hond en hepatitis B) werden of worden namelijk op celculturen van apennieren geweekt .

Behandeling

Er is geen reguliere behandeling voor polio. Als de ziekte eenmaal uitgebroken is kan geen enkel antibioticum en geen enkele medische interventie het verloop van de ziekte in zijn acute fase beïnvloeden. Echter een behandeling met magnesiumchloride lijkt effectief als die op tijd wordt toegepast.4 Goed onderzoek met magnesiumchloride heeft echter nooit plaats gevonden. Hoe effectief een homeopathische behandeling van polio is, is eveneens moeilijk in te schatten, omdat het onmogelijk is heden ten dage voldoende ervaring op te doen met de behandeling van deze ziekte.

Wat is wijs ?

Polio komt in de hele westerse wereld al jaren niet meer voor en op het ogenblik is het risico om polio op te lopen via het (orale) vaccin groter dan de kans op een natuurlijke manier met polio besmet te worden. Toch adviseer ik zelf gezien de ernst van de ziekte niet om het polio vaccin weg te laten. Waarschijnlijk zijn we niet zo ver meer af van het wereldwijd afschaffen van het poliovaccin zoals met het pokkenvaccin gebeurde. De aanvankelijke streefdatum was 2000, maar waarschijnlijk zal dat nu wel 2005 worden. In Nederland dateren de laatste gevallen van 1992. Het risico van het besmet worden met polio is nu zo extreem klein, dat het in elk geval geen argument is om kinderen al met 2 maanden in te enten met een DKTP. Zo’n zeer vroege vaccinatie is een extra risico en is ook gezien de andere componenten in dit vaccin geen goede zaak. (zie ook kinkhoest!)

Voor verdere informatie kunt u lezen: Ziektes en vaccins nader bekeken, uitgegeven door de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken, juni 2001

Litteratuur

  1. Dr. François Choffat, Le droit de choisir; Jouvence Editions, ISBN 2-88353-222-2
  2. Wyatt H.V, Provocation poliomyelitis : neglected clinical observation from 1914 to 1950. Bulletin of history of medicine, tome 55, 1981
  3. Dr. Jean Pilette, Het poliovaccin… Wonder? of  Ramp? 4280 Avin-Hannut D/2000/6688/01
  4. A. Neveu., Prévenir et guérir la poliomyelite, Ed. Ligue Nationale pour la Liberté des Vaccinations, 1983, Paris
  5. Wiebel R.E. and Benor D.E., Reporting vaccine-associated paralytic poliomyelitis: Concordance between the CDC and national vaccine injury compensation program. Amer J. Pub. Health, May 1996, 86, 5: 734-737
  6. Geissler E, SV 40 and SV 40-like viruses as possible risk factors ; Arch. Geschwulstforsch., 1983, 53, 3: 217-226
  7. Heinonen et al.; Immunisation during pregnancy against poliomyelitis and influenza in relation to childhood malignancy, Int. Journal of Epidemics, 1973,2,3: p.229-235