Post-Vaccinaal Syndroom

Hersenvliesontsteking

Inleiding

Hersenvliesontsteking is een ernstige aandoening die de dood tot gevolg kan hebben, maar ook ernstige restverschijnselen na kan laten. In Nederland sterven elk jaar zon 60 mensen aan deze ziekte. Het is dus logisch dat we proberen dit risico zo veel mogelijk te beperken. Zo gauw er ergens een kind aan hersenvliesontsteking overlijdt leidt dit tot grote paniek onder de bevolking. Het geven van spoed vaccinaties met meningoccoc C is echter niet zinvol, omdat een besmetting binnen 3 tot 4 dagen optreedt en het vaccin pas na veertien dagen werkt. De invoering van het Rijks Vaccinatie Programma heeft het aantal hersenvliesontstekingen eerder doen toenemen. In Japan bleek al in de tachtiger jaren dat het aantal neurologische aandoeningen, waaronder hersenvliesontstekingen dramatisch daalde, als kinderen pas met twee jaar geënt werden.1 Sinds de invoering van het HIB-vaccin in het RVP in 1992 is het aantal hersenvliesontstekingen in Nederland sterk toegenomen. Dat is niet alleen in Nederland zo, maar ook in veel andere landen zoals de Verenigde Staten (zelfs vervijfvoudigd!)2, Zweden en Zwitserland.3 Er treedt blijkbaar een verschuiving op door verlies van afweer. De pneumococ en de meningococ is gevaarlijker dan de HIB en zo belasten we kinderen met steeds meer vaccins zonder de risicos te beperken. Ook in Nederland is nu het vaccin tegen de meningococ C ingevoerd. Er zijn ook landen waar er voor gekozen is dat niet te doen, zoals in Spanje. Daarmee zal de weerstand bij de kinderen nog verder ondermijnd worden (zie later) en het risico op meningococcen B en andere varianten (er zijn al 28 bacteriële meningitis varianten bekend) zal er alleen maar door toenemen, terwijl ook aandoeningen als epilepsie en ontwikkelings- en gedragsstoornissen zullen toenemen. Ook zal over niet al te lange tijd het pneumococcen vaccin wel volgen. Dan worden onze zuigelingen belast met 21 vaccins (3x7) in de eerste maanden van hun leven, hetgeen zonder meer een zware belasting voor de pasgeborenen betekent. In Nederland is al bijna 20 jaar de serogroep B verantwoordelijk voor meer dan 85% van de ziektegevallen en de serogroep C veroorzaakt vrijwel alle andere hersenvliesontstekingen. De C-variant is de laatste jaren in opmars en is nu verantwoordelijk voor zon 30% van de gevallen.

De ziekte

Hersenvliesontsteking staat bekend als nekkramp, omdat een belangrijk symptoom de nekstijfheid is, waarbij het bewegen van de kin naar de borst heel pijnlijk is. Toch is de diagnose niet altijd gemakkelijk te stellen omdat het ziektebeeld veel lijkt op een flinke griep. Koorts tot zon 39oC, een stijve nek, enorme zwakte, een heftige aanhoudende hoofdpijn, sufheid, lichtschuwheid, duizeligheid en braken zijn de meest kenmerkende symptomen. Kleine kinderen hebben vaak een hekel aan oppakken en dat men met hen bezig is, zoals het verschonen. De ziekte wordt overgedragen via speeksel, m.n. door hoesten en niezen.
Een andere vorm van de meningococcen infectie is de bloedvergiftiging (sepsis), die in feite veel gevaarlijker is. Door de gifstoffen raken veel lichaamsfuncties verstoord. Er ontstaan overal in het lichaam bloedstolseltjes (Diffuse Intravasale Stolling ofwel DIS), waardoor de factoren voor bloedstolling opraken en puntbloedinkjes (petechiën) ontstaan, die uit kunnen groeien tot paarse vlekjes en tenslotte blauwe plekken. Dit ziektebeeld kan in enkele uren tot ontwikkeling komen en is in 20-40% dodelijk.

Voorkomen

De bacterie komt bij naar schatting 1 op de 10 mensen voor in neus en keelholte, zonder dat die daar ziek van worden. Het is een misverstand te menen dat de besmetting alleen maar geschiedt door een kind met meningococcen meningitis of bloedvergiftiging op een ander kind. De meeste besmettingen vinden plaats door gezonde dragers van de meningococ en niet door al zieke patiënten. Het gaat er niet om de besmetting zo veel mogelijk te vermijden, want dat is gezien het voorkomen bij 1 op de 10 mensen gewoon niet mogelijk. Het gaat er om te zorgen dat een kind een goede afweer heeft om de meningococ het hoofd te bieden. Door noodvaccinaties te doen lopen die kinderen alleen maar meer kans dat de meningococ zijn verwoestende werking kan ontplooien door verzwakking van de weerstand. Het verschil tussen een gezonde drager en een patiënt met meningitis zit hen in de kracht van het immuunsysteem!
Tot drie maanden zijn zuigelingen nog beschermd door de antistoffen van de moeder. Borstvoeding versterkt en verlengt de afweer. De meeste infecties komen voor onder kinderen tussen de 6 maanden en 2 jaar.
In 1959 kwam meningococcen meningitis A, B of C nog geen 50 keer per jaar voor, in 1996 was dat meer dan 550 per jaar en de laatste jaren is dat zon 750-800 gevallen per jaar. De verdeling is nu 15% meningococcen C, 30% pneumococcen, 35% meningococcen B en 20% overigen, o.a. HIB5. A komt in Nederland vrijwel niet voor. De meningococ C is sinds 2000 in sterke opmars. De reden daarvoor is onbekend.

Behandeling

De behandeling van meningitis bestaat uit het toedienen van antibiotica. De diagnose wordt gesteld met behulp van een ruggenprik. Ook zou het goed mogelijk zijn deze ernstige ziekte die zo vaak zon catastrofale afloop heeft tegelijk homeopathisch te behandelen, maar daar is onze samenleving in het algemeen nog niet aan toe. Een uitsluitend homeopathische behandeling is gezien de ernst van de ziekte ook niet verantwoord, daar tevens ziekenhuisopname een vereiste is. Net zo min is onze samenleving bereid te kiezen voor een homeopathische preventie die een veel betere bredere bescherming biedt en wetenschappelijk goed onderzocht is. Verder onderzoek naar het effect op langere termijn zou dan goede aanvullende informatie op kunnen leveren, maar een onderzoek als in Brazilië zou in Nederland gewoon niet kunnen.

Het vaccin / Bijwerkingen

Het vaccin dat in Nederland gebruikt wordt tegen de meningococ C is Neisvac-C, is slechts uitgetest op 6000 kinderen en is versneld ingevoerd. Als controlegroep is geen placebogroep gebruikt, een wetenschappelijke vereiste van de hoogste orde. De controlegroep kreeg een hepatitis B vaccin en daarmee is het onderzoek wetenschappelijk gewoon waardeloos geworden. Dat er ondertussen miljoenen kinderen mee geënt zijn o.a. in Engeland, zegt niets over de veiligheid ervan. Immers als een vaccin ingevoerd is worden vrijwel alle bijwerkingen systematisch ontkend en aan toeval toegeschreven, zoals ook in Nederland gebeurt. Voor de overheid geldt nog steeds dat er in Nederland nooit ernstige blijvende bijwerkingen van welk vaccin dan ook zijn voorgekomen en dat er nog nooit een kind aan vaccinaties is overleden. Helaas bestaat voorlichting op dit terrein niet en is er slechts sprake van propaganda.
In hoeverre het meningoccoccen C vaccin bijwerkingen zal veroorzaken is vooralsnog niet duidelijk. Dat zal de komende jaren wel blijken. Zeker is dat het immuunsysteem van twee maanden oude babys nog zwaarder belast wordt dan nu al het geval is en klachten die nu ontstaan bij veel kinderen ten gevolge van immuniteitsverlies alleen maar toe zullen nemen. Het gaat dan vooral om chronische infecties zoals verkoudheden, middenoorontstekingen, bronchitis, astma, longontstekingen en huidinfecties, maar ook om stemmingsveranderingen, ontwikkelingsstoornissen, epilepsie en gedragsstoornissen. In het meningitis factsheet van de UK National Vaccination Information Centre wordt melding gemaakt van Dion die enkele uren na een meningitis C en DKTP vaccin overlijdt. Ook gedragsveranderingen, agressiviteit, jeugdreuma, meningitis en diabetes worden gemeld.
In Engeland werden volgens The Observer4 in 10 maanden tijd meer dan 16000 bijwerkingen gemeld, waaronder 12 doden. Volgens The Observer zou er slechts een 18% daling van het aantal hersenvliesontstekingen zijn opgetreden, terwijl de overheid beweert dat de daling 85% is.

Wat is wijs?

Of het extra vaccineren met meningococcen vaccin C enig positief effect zal hebben zal in de toekomst nog moeten blijken. Wat wel zeker is dat het aantal bijwerkingen van vaccinaties in het algemeen zal toenemen. Het is daarom de vraag, gezien de vele onzekerheden rond het vaccin wat betreft veiligheid en effectiviteit of het wel wijs is uw kind tegen deze ziekte te laten enten.
Homeopathisch alternatief: Ik ben altijd heel terughoudend geweest met betrekking tot het homeopathisch vaccineren. Het is wat al te simpel om te beweren: Geef maar een homeopathische verdunning van een ziekte en je bent beschermd. Veelal is dat wetenschappelijk ook niet aangetoond en voor een aantal ziektes is dat ook niet (meer) te bewijzen, omdat ze nauwelijks nog voorkomen, zoals polio of difterie. Toch is er nu alle reden om hier het homeopathisch alternatief aan te bevelen. Uit een grootscheeps onderzoek in Brazilië blijkt namelijk dat de nosode Mxxxxxxxxxxxxxx 30CH uitstekend beschermt tegen ALLE soorten meningococcen. Het onderzoek werd uitgevoerd met medewerking van het Health Department in de stad Blumenau onder 90.000 jongeren van 0 tot 20 jaar in het jaar 1998. (i.t.t. het vaccin dat slechts op 6000 mensen is uitgetest en waar een ondeugdelijke controlegroep is gebruikt). De resultaten waren statistisch zeer significant met een bescherming van 95% in de eerste 6 maanden en van 91% over het eerste jaar.5 Ook in Nederland is het mogelijk van deze bescherming gebruik te maken en lijkt vooralsnog een betere optie dan het vaccin.
Borstvoeding blijkt met name in de vroege babytijd een extra bescherming te geven tegen de meningococcen infectie.
Verder is het belangrijk te zorgen dat uw kind een goed immuunsysteem heeft. Is uw kind voortdurend verkouden, heeft het herhaaldelijk infecties, middenoorontstekingen, luchtweginfecties en vooral als u een duidelijke verslechtering in de gezondheid constateert bij een kind dat de eerste maanden gezond was, raadpleeg dan een deskundig homeopathisch arts. Met behulp van homeopathie kunnen die klachten in de meeste gevallen goed verholpen worden en kan het immuunsysteem weer hersteld worden. Het is niet normaal dat kinderen voortdurend verkouden zijn of van de ene infectie in de andere rollen, hoewel sommige artsen dat wel beweren. Een goede afweer zal uw kind beschermen tegen de complicaties van de meningococ en tegen vele andere ziektes.
Vermijdt verder zoveel mogelijk onderdrukkende therapieën zoals antibiotica (penicilline), koortsverlagende middelen zoals paracetamol, aspirine, e.d. en antihistaminica (tegen allergieën) Geef uw kind goede voeding, vermijdt suikers, geraffineerde producten en junk food, zorg voor voldoende slaap, frisse lucht, lichamelijke inspanning en liefde.

Werkwijze

Meningococcen: Dolisos brengt een Mxxxxxxxxxxxxxx* op de markt die samengesteld is uit de kweek van de meningococ A, B en C en zou dus een nog betere bescherming moeten bieden dan de in Blumenau gebruikte Mxxxxxxxxxxxxxx*, die gemaakt is van de liquor van één meningitis patiënt en waarvan niet duidelijk is of het om een B of C infectie gaat. Ik laat kinderen ouder dan een jaar een serie potenties innemen om zo de werkingsbreedte nog te vergroten. Het gaat dan als volgt: dag 1 Mxxxxxxxxxxxxxx* 30K, dag 2 Mxxxxxxxxxxxxxx* 200K, dag 3 Mxxxxxxxxxxxxxx* MK en dag 4 Mxxxxxxxxxxxxxx* XMK, met een herhaling van heel de kuur na een jaar. Of dit echt nodig is, is niet aangetoond daar het onderzoek in Brazilië slechts over een jaar heeft gelopen en we niets weten van de beschermingsgraad na een jaar, maar dat is ook van het reguliere vaccin niet bekend. Vervolgens zou je de kuur elke 5 jaar kunnen herhalen. Kinderen onder het jaar geef ik slechts een eenmalige dosis van de 30K zoals in het onderzoek gebeurde.
Pneumococcen: we weten uit de homeopathische litteratuur dat homeopathische nosoden een goede bescherming kunnen bieden tegen specifieke ziektes. Voor het griepvirus is dat overduidelijk aangetoond in Frankrijk en Engeland en nu dus ook in een grootschalig onderzoek voor de meningococcen meningitis in Brazilië. Daarom lijkt het mij gerechtvaardigd ook te adviseren kinderen tegen de pneumococcenmeningitis homeopathisch te beschermen. Ik beveel derhalve aan een maand na de Mxxxxxxxxxxxxxx*kuur een pxxxxxxxxxxx*kuur te laten volgen, waardoor een bescherming tegen 80% van alle bacteriële meningitis infecties tot stand gebracht kan worden.


Literatuur

  1. Cherry & al.: "Report of a task force on pertussis + pertussis immunisation". "Pediatrics" (supp) 1988
  2. Osterholm et al.: Lack of efficacy of Haemophilus b polisaccharide vaccine in Minisota; Journal of the American Medical Assosiation, 260 (10), p. 1423-1428
  3. Office fédéral de la santé publique: Maladie méningococciques invasives en Suise de 1995 à1999, Bulletin no. 30, 2000, p.344-346
  4. The Observer, Michael Devitt, Meningitis C Agency finds more than 16,000 adverse reaction since last year
  5. Mroninski CRL, Adriano EJ, Mattos G.; Mxxxxxxxxxxxxxx*, Its protective effect against meningococcal disease; Homoeopathic Links, winter 2001, vol.14 (4), p.230-234.


Zie ook Risicos van kinderziektes: Haemophilus Influenzae B (HIB)

* Deze tekst is gecensureerd door de Nederlandse overheid. De originele ongecensureerde tekst kan nog worden gevonden op web.archive.org.
Gecensureerde tekst: Meningococcinum, pneumococcen kuur