Hepatitis-B
De ziekte
Hepatitis veroorzaakt een leverontsteking en geeft geelzucht. We onderscheiden Hepatitis A, B, C, D, E. Er bestaan alleen vaccins tegen Hepatitis A en B. Hepatitis B was vooral een iatrogene ziekte, d.w.z. door medisch handelen veroorzaakt. Het virus wordt door bloedcontact overgedragen, door niet steriele spuiten, bloedtransfusies, farmaceutische producten die van bloedderivaten gemaakt zijn, door besmetting tijdens operaties, serums en vaccins. De grootste epidemie die ooit voorkwam werd in 1942 veroorzaakt bij honderdduizenden Amerikaanse soldaten door een vaccin tegen gele koorts.2 Het voorval werd 45 jaar geheim gehouden. Het virus kan ook door niet beschermd seksueel contact en van moeder op haar kind bij de geboorte veroorzaakt worden. Daardoor komt heden ten dage hepatitis B vooral voor onder drugsverslaafden, personen met veel wisselende seksuele contacten, prostituees, en homoseksuelen. Ook allochtonen uit de derde wereldlanden zijn vaker besmet, omdat daar hepatitis B veel vaker voorkomt. De maatregelen die in de medische wereld genomen worden, de preventieve maatregelen tegen Aids en vaccinatie van risicogroepen hebben de frequentie verder verminderd.
De ziekte heeft een incubatietijd van 2 tot 6 maanden. Meestal verloopt de ziekte goedaardig, slechts 30% vertoont symptomen. Soms ontstaat er een chronische vermoeidheid met een zeer langzaam herstelproces. De meeste mensen genezen volledig, maar in uitzonderlijke gevallen kan de ziekte tot de dood leiden. Soms kan er een chronische leverontsteking ontstaan en tot cirrose (leververvetting) leiden, vooral in combinatie met alcoholmisbruik. Ook kan op den duur leverkanker ontstaan. Op de totale bevolking is dit risico echter extreem klein. 5-10% wordt chronisch drager van het virus en kunnen anderen besmetten door bloedcontact of onbeschermd seksueel contact. Ongeveer 1% van de bevolking is chronisch drager.
De meest voorkomende klachten zijn: lichte koorts, misselijkheid, vermoeidheid, geen eetlust, buikpijn, overgeven, hoofdpijn, pijn en zwelling van de gewrichten en geelzucht, die vaak pas een of twee weken later zichtbaar wordt. De lever is gezwollen en gevoelig.
Ondanks politieke druk van enkele politieke partijen heeft Minister Borst in 2001 wijselijk besloten om deze vaccinatie niet voor zuigelingen in te voeren en de doelstellingen door de WHO gesteld op de bovengenoemde manier te bereiken.
Buitenland
In het buitenland is er nog steeds een discussie gaande of de hepatitis-B vaccinatie wel veilig is. In Frankrijk is men na een enorme campagne door de farmaceutische industrie zeer terughoudend geworden, omdat steeds meer gevallen van ernstige bijwerkingen geconstateerd werden. Dat in Frankrijk de veiligheid van vaccinaties in twijfel wordt getrokken is zeer uitzonderlijk, daar vaccinaties in Frankrijk verplicht zijn en tegenstanders van vaccinaties er altijd monddood gemaakt worden. Er zijn in het verleden ouders uit hun ouderlijke macht ontzet of in de gevangenis terecht gekomen omdat ze weigerden hun kinderen in te laten enten. Niet geënte kinderen hebben nog steeds geen toegang tot crèches, een tendens die ook in Nederland te bespeuren valt. Hiervoor is echter geen enkele rechtsgeldigheid, daar in Nederland vaccinaties niet verplicht zijn. Er werd in Frankrijk een speciale organisatie in het leven geroepen om de vele bijwerkingen te registreren sinds 1994, de Revahb (Réseau pour l’évaluation du vaccin hépatite B). Er zijn reeds 1800 gedocumenteerde dossiers klaar en nog steeds komen er nieuwe meldingen binnen. Het gaat om ernstige klachten zoals M.S., neurologische afwijkingen, visuele en auditieve klachten, en allerlei auto-immuun klachten: diabetes mellitus (suikerziekte), reumatoïde poliartritis (ontstekingen van gewrichten), ALS (Amyotrofische Lateraal Sclerose, een ziekte van het ruggenmerg die tot ernstige verlammingen en uiteindelijk tot de dood leidt), vasculitis (aderontsteking), purpura , glomerulonephritis (nierbekkenontsteking), etc.3 In de regio Parijs waar 450 000 kinderen en adolescenten geënt werden, werden in twee jaar tijd 578 gevallen van MS-achtige klachten bij die groep geconstateerd. Dat betekent een toename van 80 maal de normale frequentie onder deze bevolkingsgroep. Deze bevinding leidde ertoe dat de hepatitis-B vaccinatie in de regio Parijs opgeschort werd. Een mogelijke verklaring voor de MS-achtige klachten is de aanwezigheid van aluminiumhydroxide en Thiomersal (een kwikverbinding) in deze vaccins. Een verklaring van de werking vindt u in het volgende hoofdstuk. Onder dezelfde jonge bevolking werd in de regio Parijs vijf gevallen van een hersenstamtumor ontdekt. De verklaring hiervoor kan liggen in het feit dat het virus gekweekt wordt op verkankerde ovaria (kankercellen van eierstokken) van hamsters (Genhevac B) of op biergist (Engerix, HBVax DNA).
Het vaccin
Het hepatitis-B vaccin is een subunit van een virus dat met behulp van dierlijk materiaal gekweekt wordt. De zuiverheid en onberispelijkheid van zo’n vaccin kan niet 100% gegarandeerd worden. Hierdoor kunnen allerlei allergieën, met name voor dieren ontstaan zoals dat reeds met de BMR het geval is. De entstof bevat bovendien aluminiumhydroxide. We weten van aluminium dat het in de weefsels doordringt en dat het zich met ferritine verbindt in plaats van ijzer, waardoor bloedarmoede kan ontstaan. Bovendien is het toxisch voor de cel door vacuolen (holtes) te veroorzaken en dit leidt uiteindelijk tot de dood van de cel (celnecrose). Bovendien passeert aluminium de bloed-hersenbarrière en hoopt zich met name op in de hippocampus en de frontale cortex (hersenschors). Dit kan leiden tot vermindering van de cognitieve vermogens (begripsvermogen) en het ontstaan van dementie, Alzheimer, epilepsie, de ziekte van Parkinson, MS en ALS (Amyotrofische Lateraal Sclerose, een ziekte van het ruggenmerg die tot ernstige verlammingen en uiteindelijk tot de dood leidt.). Bovendien bevat het vaccin ook thiomersal, een kwikverbinding, die ook de bloed-hersenbarrière passeert en een gelijksoortige werking heeft als aluminiumhydroxide.
Ook in Amerika is men zeer terughoudend geworden ten aanzien van de hepatitis-B vaccinatie, omdat men vermoedt dat door deze entstof allerlei virussen onder de bevolking zijn gaan circuleren. Vanwege een mogelijk te hoge dosis Thiomersal (3x in de eerste vier maanden), een kwikverbinding, wordt geadviseerd baby’s pas met hepatitis-B te vaccineren als ze ouder dan zes maanden zijn.
Besmetting
Hepatitis-B wordt net als Aids via bloed- of seksueel contact overgedragen en derhalve dienen dezelfde maatregelen getroffen te worden als bij het voorkomen van besmetting met Aids. Er is daarom geen enkele noodzaak om baby’s al tegen dit virus te enten, (90% van de besmettingen vindt plaats na de leeftijd van 20 jaar), daar hun immuunsysteem toch al onder grote druk staat door de vele vaccins die in het eerste jaar gegeven worden (DKTP/HIB (4x) en BMR met 14 maanden). Bovendien is hepatitis-B voor kinderen en adolescenten relatief weinig gevaarlijk daar zij in het algemeen nog een sterke afweer hebben tegen virale infecties en de besmettingskans relatief gering is. Ook kan deze aandoening met behulp van natuurgeneeskundige behandelingen, zoals de klassieke homeopathie en de natuurgeneeskunde zelf, succesvol behandeld worden.
Bijwerkingen
Hoe vaak deze vaccinatie ernstige bijwerkingen geeft is moeilijk te beoordelen, maar dat ernstige bijwerkingen voorkomen is wel duidelijk, gezien ook de ervaringen in Frankrijk.
Hier volgen tot slot nog twee voorbeelden uit mijn eigen praktijk van vaccinatieschade door het hepatitis-B vaccin. Beide gevallen waren niet gemeld bij het RIVM.
Casus HB1: Deze 33 jarige mevrouw en moeder van twee kinderen was voor de hepatitis B vaccinatie in topconditie en sportte heel veel. Op 21- jarige leeftijd (1987) krijgt ze hepatitis-B vaccinaties in verband met haar functie als laborante in een ziekenhuis. Na de eerste vaccinatie wordt ze onverklaarbaar moe. Als ze drie maanden later de tweede hepatitis-B vaccinatie krijgt neemt de vermoeidheid nog sterk toe, haar concentratie vermindert, ze wordt futloos, kan geen vet eten meer verdragen en valt geleidelijk 20 kg af. Ze krijgt hoofdpijn in haar achterhoofd en wordt veel vatbaarder voor infecties: o.a. keelontstekingen. Ze gaat de ziektewet in gedurende drieëneenhalf jaar, waarna ze op therapeutische basis geleidelijk haar werk tracht te hervatten. Maar het lukt haar niet de draad weer op te pakken, ze blijft in een te slechte conditie. Uiteindelijk raakt ze helemaal ontmoedigd doordat ze opgesloten zit in haar eigen wereldje en geen uitweg meer ziet. Ze gaat in dagbehandeling in een psychiatrisch ziekenhuis, maar de psychiater begrijpt niet wat er aan de hand is. Het klopt niet zegt hij, het is niet echt psychisch. Een half jaar na ontslag uit het ziekenhuis raakt ze in een depressie en gaat Prozac slikken. Een jaar later krijgt ze nog de ziekte van Pfeiffer, op een al verzwakte lever. Het lijkt een mokerslag voor haar toch al belabberde toestand, ze herstelt pas na een jaar. Zo hobbelt ze nog vijf jaar door. Als ik haar eind 1999 zie is ze nog zeer snel vermoeid en is ze haar vertrouwen in haar lichaam kwijt. Sporten kan ze al lang niet meer en ze moet altijd op haar tellen passen. De behandeling is simpel. Het is voor mij als homeopathisch arts, die gewend ben naar oorzaken van klachten te zoeken, niet moeilijk een verband met het hepatitis vaccin als eerste diagnose te stellen. Ik geef haar een serie Hepatitis B vaccins in homeopathische verdunningen. Hoewel een oorzakelijke relatie van haar klachten met het hepatitis B vaccin eigenlijk niet aan twijfel onderhevig is, geldt toch dat het echte bewijs pas geleverd is als ze door de homeopathische potenties van dat vaccin weer volledig of nagenoeg volledig geneest. Vijf maanden later na drie homeopathische hepatitis B kuren is ze weer bijna volledig de oude. Ze heeft weer energie om dingen te ondernemen. Ze is de afgelopen winter niet ziek geweest, terwijl ze eerder altijd met de kinderen meedeed. Ook haar hoofdpijn is minder. Ze is haar conditie weer aan het opbouwen met fitness en heeft weer vertrouwen in haar lichaam gekregen. Ze zegt, ‘Ik kan nu ‘s avonds tot laat in de nacht weer naar een feest en ‘s morgens toch weer normaal functioneren. Ze hoeft ‘s middags ook niet meer te rusten. Ze zit weer in haar kracht en gaat ervoor. Het leven is niet meer zo zwaar. En zoals we vroeger onder de oplossing van een wiskunde vraagstuk schreven QED (quod erat demonstradum = wat bewezen moest worden) zo is ook in dit geval met de genezing van de klachten door het gepotentiëerde hepatitis B vaccin het bewijs geleverd dat de klachten ook daadwerkelijk van het hepatitis B vaccin kwamen.
Casus HB2: Deze 44-jarige mevrouw, verpleegkundige, krijgt 5 jaar geleden de Hepatitis-B vaccinatie; ze krijgt in de week daarop allerlei klachten: benauwdheid, piepende ademhaling, hoest, verstopte neus, jeukende ogen. De klachten gaan niet meer over en nemen geleidelijk aan steeds verder toe. Ze wordt allergisch voor dieren, voor inspanning, chloorwater en schoonmaakmiddelen. Hier ligt de relatie iets minder duidelijk, want waarom zou ze de klachten niet ook gekregen hebben als ze niet geënt was. Door het homeopathisch ontstoren van het hepatitis-B vaccin verdwijnen echter haar klachten nagenoeg en zijn de allergieën duidelijk minder. Ze kan bijvoorbeeld weer zwemmen in chloorwater zonder te niezen, te snotteren en helemaal dicht te slaan. Haar klachten zijn na vijf jaar op een eenvoudige manier weer genezen.
Behandeling
Regulier is er voor de acute hepatitis B infectie geen behandeling. Veel rust, licht verteerbare voeding, geen vet en alcohol ondersteunen het genezingsproces. Natuurgeneeskundig en homeopathisch kan de patiënt in het algemeen goed behandeld worden.
Wat is wijs?
Hepatitis B is zeker geen kinderziekte en lang niet zo gevaarlijk als men vaak voor doen wil komen. Als er een vaccin voor een ziekte is wordt de ernst van zo’n ziekte vaak overdreven, zoals met de mazelen gebeurde (zie mazelen). Er is geen goede reden om kinderen al bloot te stellen aan een dit vaccin wat nog slecht onderzocht is en waarvan de lange termijn effecten nog onbekend zijn Voor hen is het vaccin slechts een onnodige belasting van hun organisme en een onnodig risico. Bovendien werkt het vaccin slechts 5 tot 10 jaar en zouden ze toch opnieuw gevaccineerd moeten worden als ze op een leeftijd komen dat ze enig risico lopen, vanaf ongeveer 18 jaar. Gelukkig is het in Nederland niet tot kindervaccinatie voor hepatitis B gekomen.De groep die vooral in aanmerking komt voor vaccinatie zijn de drugsverslaafden, dialysepatiënten, hemofiliepatiënten en anderen die regelmatig bloed of bloedderivaten ontvangen en babi’s van moeders die draagster van het virus zijn. Voor beroepsbeoefenaren die met bloed in aanraking komen, homoseksuelen en personen met wisselende seksuele contacten is het nut discutabel en zou op basis van vrijwilligheid vaccinatie aangeboden kunnen worden. Al eerder bleek dat massaal vaccineren niet altijd betere resultaten geeft dan meer gerichte maatregelen om een ziekte in te dammen. Zo is Nederland wereldwijd het land met de minste tuberculose, terwijl in Nederland nooit geënt is tegen TBC. In Frankrijk daarentegen waar babi’s vlak na de geboorte al geënt worden komt veel meer tuberculose voor. Het opsporings- en behandelingssysteem dat al lang in Nederland gebruikt wordt blijkt uitstekend te voldoen.
Voor verdere informatie kunt u lezen: Ziektes en vaccins nader bekeken, uitgegeven door de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken, juni 2001
Tropen
Hoewel Hepatitis B veel vaker voorkomt in derde wereld landen is het niet nodig u tegen de ziekte te laten vaccineren. Toch worden toeristen steeds vaker aangeraden zich tegen deze ziekte te laten enten. Maar gezien de wijze van besmetting loopt men in de tropen niet meer risico dan in het Westen. Extra risico lopen sekstoeristen en ontwikkelingswerkers in de gezondheidszorg. Zij dienen wel een vaccinatie te overwegen. Krijgt u een ongeluk dan is het besmettingsgevaar in een ziekenhuis zeker aanwezig, maar op de hele groep toeristen is dit een verwaarloosbaar risico. Sommige toeristen nemen eigen spuiten mee. U loopt daarmee wel het risico voor drugstoerist aangezien te worden en op drugs gefouilleerd te worden.
Literatuur
- Dr. François Choffat, Le droit de choisir;Jouvence Editions, ISBN 2-88353-222-2
- The New England Journal of Medecine, avril 1987
- Alternative Santé, HS no. 20 - Avril 2000