HIB
De ziekte
Haemophylus Influenzae type B, afgekort HIB, is een bacterie die veelvuldig voorkomt in onze luchtwegen en we leven er normaal gesproken in goede harmonie mee. Maar wanneer ons immuunsysteem verzwakt is, bijvoorbeeld bij een griep, dan kan de HIB zich ontwikkelen tot een middenoorontsteking, een sinusitis, bronchitis, of longontsteking. In het verleden, voor de invoering van de HIB-vaccinatie stond de ziekte bij artsen bekend als een zeldzame ziekte met een vrij goede prognostiek. In zeldzame gevallen veroorzaakt deze bacterie een hersenvliesontsteking (meningitis) bij voornamelijk kleine kinderen. Typische kenmerken zijn dan: koorts, hoofdpijn, een stijve nek en een overgevoeligheid voor de geringste schokjes. Vervolgens kan bewustzijnsverlies, spasmen en een shocktoestand optreden. Meestal geneest de hersenvliesontsteking zonder blijvende klachten, echter in 10% leidt het tot doofheid en psychomotore problemen en in 2 tot 5 % heeft het een fatale afloop.
De haemophilis Influenzae B (HIB) kan ook een epiglottis veroorzaken en begint met slikklachten en keelpijn. De koorts stijgt snel, speeksel loopt uit de mond ten gevolge van de slikproblemen. De ademhaling is rauw en fluitend en de stem is hees. Maar in tegenstelling tot valse kroep hoest het kind niet. Het kind dient in het ziekenhuis opgenomen te worden. De ziekte wordt met antibiotica behandeld en is in 1,5% van de gevallen dodelijk.
Voorkomen/vaccin
De bacterie leeft in goede harmonie met ons organisme (commensaal) en wordt via speekseldruppeltjes overgebracht. Er worden daarom geen antilichamen tegen deze ziekte gevormd. Om de vorming van antilichamen door middel van het HIB-vaccin toch plaats te laten vinden wordt een deel van de bacteriewand gekoppeld aan een ander antigeen waar het immuunsysteem wel op reageert (van de tetanus of difterie). De antilichamen verhinderen de besmetting met de HIB niet, maar verhinderen wel dat het agressief wordt voor onze hersenvliezen. Het beschermt niet tegen de andere complicaties van de HIB, behalve tegen de epiglottitis, een ernstige vorm van valse kroep. Het aantal hersenvliesontstekingen door de haemophilus influenzae B is sinds de invoering van het vaccin met 70% verminderd. Parallel hiermee zien we een toename van de hersenvliesontsteking door meningococcen (nekkramp) onder pubers. De meningococ is zeer besmettelijk en in het algemeen veel ernstiger. Ook in Nederland steeg het aantal meningococceninfecties aanzienlijk vanaf de invoering van de HIB-vaccinatie (1993). De HIB vaccinatie beschermt in het geheel niet tegen de meningoc.
Slechts 3% van de hersenvliesontstekingen wordt door de Haemophylus veroorzaakt en minder dan een vijfde deel daarvan is van het type B. Het vaccin leidt in 90% van de immunisatie tot bescherming.
Het vaccin bevat aluminiumhydroxide en formol.
Behandeling
De behandeling met antibiotica is effectief , vooral als die op tijd gegeven wordt. De homeopathie kan hier slechts als begeleidend middel gegeven worden, omdat simpelweg geen risico genomen kan worden. Het kind dient zo snel mogelijk in het ziekenhuis opgenomen te worden.
Bijwerkingen
Doordat het vaccin vrijwel altijd in combinatie met de DKTP gegeven wordt is het uitermate moeilijk om de nadelige effecten op korte of lange termijn te leren kennen. Er zijn in het verleden gevallen van een HIB-meningitis vlak na de HIB-vaccinatie beschreven. Een kritische evaluatie van een uitgebreide Finse studie heeft aangetoond dat 1 op de 1700 kinderen een juveniele diabetes (suikerziekte bij kinderen) kan ontwikkelen door de herhaalde HIB vaccinaties.2 Parallel met de introductie van de HIB-vaccinatie is in Finland het aantal ernstige aandoeningen door de pneumococ sterk toegenomen. In Zwitserland is weliswaar de HIB-meningitis sterk afgenomen, maar is de meningococ-miningitis sinds 1995 bijna verdubbeld.3 Ook in Nederland is het aantal pneumococcen infecties na de invoering van de HIB-vaccinatie in 1993 sterk gestegen en is ook het aantal hersenvliesontstekingen sterk toegenomen. Uit een onderzoek van Osterhol in Minisota in 1988 bleken kinderen die een HIB-vaccinatie gehad hadden vijf maal vaker hersenvliesontsteking te krijgen dan niet ingente kinderen.4 Uit de ervaring in Japan blijkt dat als de vaccins uitgesteld worden, ook het aantal neurologische aandoeningen, zoals hersenvliesontsteking, epilepsie, hersenontsteking (encephalitis), tot een aanvaardbaar risico dalen. Zo daalde het aantal neurologische aandoeningen met blijvende verschijnselen waaronder 37 doden over een periode van vijf jaar van 57 naar 16 en het aantal neurlogische aandoeningen zonder blijvende verschijnselen van 82 naar 14. 5
Wat is wijs?
Werken we het vaccinatieschema volgens het Rijks Vaccinatie Programma (RVP) af dan heeft het kind met zijn 4 maanden al 18 vaccins gehad. Overbelasting van het nog onrijpe immuunsysteem leidt tot veel storingen in het immuunsysteem met afweerverlies met als gevolg chronische infecties zoals oorontstekingen, luchtweginfecties met veel slijm op de longen en astma, huidziektes, epilepsie, gedragsstoornissen en ontwikkelingsstoornissen. Ook de kans op hersenvliesontsteking neemt toe door een slecht en overbelast immuunsysteem. Leer uw kind eerst kennen en observeer hoe het zich in zijn natuurlijke situatie gedraagt en ontwikkelt. Gun het de tijd zijn immuunsysteem te laten rijpen, wat ongeveer anderhalf jaar duurt.
Het is maar de vraag of de HIB vaccinatie het aantal hersenvliesontstekingen met ernstig verloop vermindert, daar in veel landen waaronder in Nederland sinds de invoering ervan het aantal ernstig verlopende hersenvliesontstekingen door de meningococ en de pneumococ sterk is toegenomen. Of het meningococcenvaccin in de toekomst een vermindering van sterfgevallen door meningitis op zal leveren is nog maar sterk de vraag. Het vaccin werkt namelijk alleen op de C variant en in veruit de meeste gevallen gaat het om de B variant (85%), waarvoor dus geen vaccin bestaat. Bovendien lijken vaccins tegen hersenvliesontsteking de gevoeligheid voor deze ziekte eerder te vergroten en andere varianten te stimuleren.
Borstvoeding blijkt goed tegen de HIB-infecties te beschermen. De risicos zijn echter groter bij gecompliceerde zwangerschappen en prematuren (te vroeg geboren kinderen), maar ook als een kind al vroeg naar de crche gaat.6
Voor verdere informatie kunt u lezen: Ziektes en vaccins nader bekeken, uitgegeven door de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken, juni 2001
Literatuur
- Dr. Franois Choffat, Le droit de choisir; Jouvence Editions, ISBN 2-88353-222-2
- M. Karvonen et al. : Association between type 1 diabetes and Haemophylus Influenzae type B vaccination; birth cohort study, Britisch Medical Journal, no. 318, 1999, p. 1169-1172
- Office fdral de la sant publique: Maladie mningococciques invasives en Suise de 1995 1999, Bulletin no. 30, 2000, p.344-346
- Osterholm et al.: Lack of efficacy of Haemophilus b polisaccharide vaccine in Minisota; Journal of the American Medical Assosiation, 260 (10), p. 1423-1428
- Cherry & al.: "Report of a task force on pertussis + pertussis immunisation". "Pediatrics" (supp) 1988
- J. Ward: Haemophilus Influenzae vaccines, in het werk van S. Plotkin en E. Mortimer: Vaccines, Saunders 1994, p. 344-346